Zoete tijden, zoute tijden: het ‘Amstelveen’ van vroeger
Op de locaties waar nu de drie ongelijkvloerse kruispunten zijn, liet het Projectteam Amstelveenlijn een archeologisch onderzoek uitvoeren. Het verantwoordelijke bureau presenteerde deze zomer de resultaten. Ze laten zien hoe het landschap veranderde, welke mogelijkheden het landschap bood voor rondtrekkende jager-verzamelaars en welke gelijkenis er is met de huidige tijd.
Het is verankerd in de Erfgoedwet: wie tot op een bepaalde diepte gaat graven, bijvoorbeeld vooruitlopend op een bouwproject, moet een archeologisch onderzoek laten uitvoeren. “In ons vakgebied heet dat het ‘aantonen van archeologische waarden’”, zegt Timo Vanderhoeven, projectmanager bij EARTH Integrated Archaeology. “Maar wij hoeven niet bij nul te beginnen. De meeste Nederlandse gemeenten hebben al in beeld wat de situatie op hun grondgebied is. Zij leggen dit vast als onderdeel van bestemmingsplannen, in de gemeente Amstelveen in een ‘archeologische verwachtingskaart’. Deze laat zien welke zones binnen de gemeentegrenzen archeologisch gezien risicovol zijn.”
Boringen
Met dit als uitgangspunt werd, toen de vernieuwing van de Amstelveenlijn nog in hele kleine kinderschoenen stond, een besluit genomen: archeologisch onderzoek moest plaatsvinden op de locaties waar uiteindelijk drie ongelijkvloerse kruispunten werden gebouwd. Daarbij was snel duidelijk dat graven op locatie niet mogelijk zou zijn. Rond de kruispunten zijn veel wegen, loopt de tramlijn en liggen kabels en leidingen. Een groot werkterrein inrichten zou te lastig zijn en teveel geld en tijd kosten.
Voor een aanpak die wél kon kwam EARTH in beeld, een onderzoeksbureau op het gebied van ruimtelijke ordening, gespecialiseerd in archeologie. “Onze benadering”, legt Timo uit, “was een landschappelijk onderzoek naar de situatie in de regio rond Amstelveen, pakweg de zuidelijke helft van Noord-Holland. Wat was dit voor gebied? Hoe zag het landschap er uit vanaf het einde van de laatste ijstijd? Was het ooit bewoonbaar? Waren er kansen voor menselijk gebruik en dus aanwezigheid van mensen?”
EARTH voerde het onderzoek rond de kruispunten uit met hoogkwalitatieve boringen. Het bedrijf haalde met een hydraulische boor 20 meter lange grondmonsters naar boven en liet deze door zijn specialisten onderzoeken. “Belangrijk daarbij was dat we de grond niet verstoorden, ofwel dat de monsters precies lieten zien wat er in de grond zat, zonder dat wij dat meteen al beïnvloedden.”