Mijn Amstelveenlijn: reiziger Sacha Moleman

De vernieuwing van de Amstelveenlijn gaat stap voor stap richting de eindstreep. In de serie ‘Mijn Amstelveenlijn’ blikken we terug en vooruit, met onder meer bewoners, ondernemers en projectmedewerkers. Hoe verliepen de afgelopen jaren? En wat verwachten we van de (nabije) toekomst? Het woord is deze keer aan bewoner en forens Sacha Moleman.

De Amstelveenlijn (en nog een tijdje de vervangende bus 55) is een levensader voor Sacha Moleman. Geboren in Utrecht, maar al zo’n vijfendertig jaar inwoner van Amstelveen, reist ze elke werkdag – in ochtend- en avondspits – heen en weer vanaf de Sportlaan naar het centrum van Amsterdam. Daar is ze eigenaar van een buitenschoolse opvang, nabij het Waterlooplein.

“Ik heb lijn 51 vanaf zijn kindertijd gebruikt”, blikt Sacha terug op haar tramhistorie, “en je bouwt er echt een band mee op. Je gaat ervan houden! De laatste keer dat hij reed, heb ik foto’s gemaakt. Helaas kon ik er bij die allerlaatste nachtelijke rit niet bij zijn. Maar wat een leuk initiatief was dat. Die opkomst! Je merkt dan nog eens hoeveel zo’n lijn voor de mensen betekent.”

De afgelopen jaren is hard gewerkt aan de vernieuwing. Hoe kijk je daarop terug?

“Ik vond onlangs de opening van de nieuwe Kronenburg-kruising een mooi moment. Toen we er voor de eerste keer doorheen reden met de bus, reageerde iedereen erop.

Een echt hoogtepunt vond ik de dag waarop tramlijn 5 weer gingen rijden, eind augustus vorig jaar. Er was ontzettend veel werk te doen in de zomerweken die daaraan vooraf gingen. En ik heb me wel afgevraagd… gaat dat allemaal lukken? En ja, het lukte. Fijn dat ik die lijn weer kon gaan gebruiken. En ook mijn hond Dex was er blij mee. Hij mag mee in bus 55, maar dat vindt hij niet prettig.

Ronduit slecht was de start van bus 55. De zondag voordat hij officieel ging rijden, heb ik ‘m getest, en dat ging goed. Maar de eerste week… een drama. Te kort, te vol, niet frequent genoeg. Geleidelijk aan ging het beter, maar de laatste tijd is er weer veel uitval en vertraging. Het zou goed zijn als het project daar in deze laatste periode nog iets aan kan doen.”