GVB-programmamanager Fleur Offenberg: “Het allerbelangrijkste is dat we met zoveel mogelijk sneltrams kunnen rijden.”

Totdat lijn 51 buiten gebruik gaat, rijdt op deze lijn het huidige materieel nog volgens het ‘omklapsysteem’, met de switch van metro naar sneltram. GVB werkt hard om deze voertuigen soepel te laten rijden en storingen te voorkomen – of, als ze zich tóch aandienen, snel te verhelpen. Fleur Offenberg van GVB legt uit.

Krasse knarren móeten blijven rijden

Op de vernieuwde Amstelveenlijn komen straks nieuwe 15G trams te rijden. Maar totdat lijn 51 in maart 2019 buiten gebruik gaat, rijdt hier het huidige materieel. Deze voertuigen beginnen krasse k(n)arren te worden. En ze zijn bovendien nogal bijzonder, want deze ombouw van metro naar sneltram vind je nergens anders in Amsterdam.  “Het is dus belangrijk dat we goed zorgen voor dit materieel”, zegt Fleur Offenberg, programmamanager Metro/Service & Veiligheid bij GVB. “Kleine verstoringen kan de bestuurder vaak zelf, als hij op een halte staat, verhelpen. Groot onderhoud voeren we uit in een ritme van pakweg elke tien weken. Alles kijken we dan na, zoals de deuren, de wielen, het hydraulische systeem voor de treeplanken, de stoelen (die we, als dat nodig is, vervangen of opnieuw bekleden) en de airconditioning in de bestuurderscabine.”

Kun je een voorbeeld geven van een typische ‘Amstelveenlijn-storing’?

“Op het gedeelte tussen Centraal Station en Station Zuid halen de voertuigen  hun stroom uit een derde rail. Op Station Zuid klappen we de treeplanken naar de perrons in en gaan de pantografen omhoog. Deze nemen stroom af uit de bovenleiding en ze rijden daarmee als sneltram verder tot Westwijk. Dit zogenaamde ‘ombouwen’ van metro naar sneltram op Station Zuid is een kwetsbaar moment. Vooral als het buiten erg koud of erg warm is, kan het gebeuren dat de treeplanken niet uitklappen, of juist uitgeklapt blijven, of dat de pantograaf geen goed contact maakt met de bovenleiding.”

Wat doet GVB als deze storing zich voordoet?

“We streven ernaar ‘m ter plekke te verhelpen. De bestuurder neemt meteen contact op met ons Communicatie Centrum Vervoer, onze verkeersleiding die onder meer verantwoordelijk is voor het oplossen van verstoringen. Gezamenlijk beoordelen zij de situatie. Bovendien hebben we op Zuid tijdens de spitsuren vaak een quick service-monteur beschikbaar. In veel gevallen kan hij een storing verhelpen. En we kunnen ook onze servicedienst oproepen vanuit Diemen. Die is altijd wel in staat om een gestrand voertuig af te voeren.”