
Tom Bakker: “We werken deels handmatig, deels met graafmachines.”
Rond de kruispunten van de Beneluxbaan met Kronenburg, Zonnestein en de Sportlaan gebeurt iets historisch: het eerste zichtbare werk voor de vernieuwing van de Amstelveenlijn. Onderaannemer Markus is tot begin november bezig met het graven van zogenaamde proefsleuven. Daarmee ontstaat in aanvulling op de tekeningen een goed beeld van de kabels, de leidingen en de rioolbuizen die in de grond zitten. Uitvoerder Tom Bakker van Markus vertelt hoe het allemaal zit.
Tom, waarom is het zo belangrijk om te weten wat er in de grond zit?
“In de grond zit van alles: gas- en waterleidingen, datakabels, rioolbuizen, buizen voor transport van de stadsverwarming, het GVB-systeem voor de bediening van de verkeerslichten, etcetera. Omdat in de nabije toekomst de kruispunten van de Beneluxbaan met Kronenburg, Zonnestein en de Sportlaan compleet worden vernieuwd is het belangrijk om te weten wát er precies in de grond zit, wáár het zit, en waar ruimte is om de boel te verleggen.”
Om dat ‘wat’ en ‘waar’ te ontdekken, graven jullie nu 45 proefsleuven. Wat zijn dat precies?
“Dat zijn een soort kijkgaten van maximaal anderhalve meter diep, zo’n dertig tot veertig centimeter breed met een variabele lengte. Als we zo’n sleuf hebben gemaakt, komt de landmeter met GPS-apparatuur om te kijken wat er in de grond zit. Hij maakt ook foto’s, schetsen en tekeningen. Wat we ontdekken, registreren we, en daarna maken we de sleuf weer dicht. Meer doen we in dit stadium niet.”
Hoe lang doen jullie over één sleuf?
“Dat verschilt. Soms gaat het snel omdat er weinig in de grond zit, soms duurt het langer omdat je op een lastige plek moet werken. Per sleuf graven we ongeveer zes tot acht meter per dag, maar dit is dus mede afhankelijk van de grond en de lengte van de sleuf.”